detail

De Leenderkapel

Leenderkapelweg
Landgraaf
Sagen en legendes zijn alom aanwezig in de Zuid-Limburgse volkscultuur. Hoewel je over hun waarheidsgehalte kunt twijfelen, zijn ze vaak te mooi om weg te laten. 

Dat is wat de Leenderkapel in Schaesberg betreft niet anders. Het robuuste, uit gele zandsteenbrokken opgetrokken Mariakapelletje staat bovenop een heuvel die uitkijkt op de eeuwenoude Hoeve Leenhof en de restanten van Kasteel Schaesberg. 

Eén van de kasteelbewoners, graaf Johann Frederik van Schaesberg (1598-1671), zou de kapel als dankbetuiging aan Maria gebouwd hebben na een behouden terugkeer uit een veldslag. 

Aanvankelijk weet hij, ijsberend door zijn kasteel, maar geen manier te bedenken om Maria te bedanken. Op een zekere avond, nadat de vermoeidheid hem overmeesterd heeft, droomt hij dat het buiten hevig sneeuwt. 

Heel Schaesberg raakt onder een dikke sneeuwdeken bedekt, op een klein plekje bovenop de nabijgelegen heuvel na. De volgende ochtend is het landschap tegen alle verwachting in daadwerkelijk wit van de sneeuw. 

Stomverbaasd maar vastberaden begeeft de graaf zich onmiddellijk naar de heuvel. Op de top aangekomen ziet hij dat er op een klein lapje grond niet één vlok sneeuw gevallen is. Dan weet hij het zeker dat zijn mysterieuze droom een teken van boven is, dat hem opdraagt om hier een kapel ter ere van Maria te bouwen.

Het verhaal over de droom van de graaf lijkt eerder fabel dan feit. Wat wél vaststaat is dat hij de Leenderkapel gebouwd of op zijn minst verbouwd heeft. Dat blijkt uit de gevelsteen waarop zijn familiewapen en dat van zijn vrouw Ferdinanda van Wachtendonck (1608-1644) onder één kroon te zien is. 

Boven dit alliantiewapen is de tekst ‘FLOS/CARMELI/VIRGO PUERPERA/ORA PRO/NOBIS' te lezen, wat letterlijk 'Bloem van de Carmel, in barensnood verkerende maagd bidt voor ons' betekent. De gevelsteen zou geplaatst kunnen zijn te ere van hun huwelijk in 1623. 

Bekend is dat dat de graaf in die tijd op bedevaart naar de berg van Carmel is gegaan. Het zou ook kunnen dat de graaf de kapel tien tot twintig jaar later tot monument van hun Mariaverering gemaakt heeft, al dan niet ter nagedachtenis aan zijn vrouw. 

Tussen 1633 en 1639 bezoekt het echtpaar immers herhaaldelijk het Mariaheiligdom Scherpenheuvel en in 1644 trekt Ferdinanda ondanks slepende ziekte naar Kevelaer, een bedevaart die haar fataal wordt.

In de loop van de zeventiende eeuw bloeit een rijke Mariadevotie op. Volgens oude vertellingen gebruiken de legendarische bokkenrijders de kapel om er in het geheim hun nachtelijke bijeenkomsten te houden. 

Met de komst van de Fransen aan het eind van de achttiende eeuw dooft de Mariadevotie uit. Dat blijft zo tot het midden van de negentiende eeuw. Omstreeks 1847 laat de Schaesbergse kapelaan P.J. Römkens de Leenderkapel restaureren. 

Ook komt er een nieuw Mariabeeld, altaar, een communiebank en andere benodigdheden. Met het invoeren van het meilof blaast Römkens de Mariaverering nieuw leven in. Sindsdien trekt de kapel extra veel bezoekers in de maand mei. 

Sinds 1856 trekt er ieder jaar, decennia lang, een heuse studentenpelgrimage van kostschool Rolduc naar de Leenderkapel. Vandaag de dag is de Leenderkapel, of ’t Leenderkapelke zoals de ouderen van dagen haar liefkozend noemen, nog altijd een heel mooi stukje Landgraaf om in het groen tot rust te komen.

Toegankelijkheid


Er zijn geen noemenswaardige gehandicaptenvoorzieningen

Routes in de buurt

Leuks in de buurt!